Meteen naar de inhoud

petrichor 10 – decadentie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Decadentie

Term afkomstig uit de 18e eeuw ter aanduiding van het verval van het Romeinse keizerrijk, maar sindsdien breder toegepast op elke veronderstelde neergang van een cultuur. 

ook: 1) Achteruitgang 2) Degeneratie 3) Geleidelijk verval 4) Inertie 5) Moreel verval 6) Ondergang 7) Ontaarding 8) Overdaad 9) Overdreven zucht naar genot 10) Overdreven zucht naar genot, naar het schone 11) Passiviteit 12) Verval 13) Verwording 14) Willoosheid 15) Zedelijk verval 16) verwildering van zeden 17) inzinking 18) recessie 19) regressie 20) teleurgang 21) teloorgang 22) val 23) verloop 24) vermindering 

`Veel Nederlanders zijn wars van decadentie: roomboter vinden ze luxe.`

Etym: Fr. décadence = verval < Lat. de-cadere = naar beneden vallen.

Aan het eind van de 19de eeuw, het fin de siècle, werd er de levenshouding mee aangegeven van een groep kunstenaars die een sterke onafhankelijkheid van de kunst nastreefden onder de leuze l’art pour l’art. Kunst moest losstaan van de realiteit en uitsluitend esthetisch gericht zijn. In Frankrijk ontstond een groep schrijvers die men decadenten noemde (Baudelaire, Verlaine e.a.) die zich in leven en werk uitsluitend door schoonheid lieten leiden.

m.m.v. Ernest Bessems | Noor van der Brugge | Edwin de Groot | Marcel Herms | Sietse Hoeksma | Hugo Kaagman | Bas Ketelaars | Linda Molenaar | Diana Ozon | Henrique van Putten | Sophie Schreurs | Geraldine Suijkerbuijk | Isabell Schulte | G.W. Sok | Mustafa Stitou | Johannes van de Weert

Bestel